Bestaat de perfecte LinkedIn-kopregel? Is die toelichting onder je naam überhaupt belangrijk?
Jazeker, want je kunt er een goede, slechte of nietszeggende indruk mee maken. Omdat er al genoeg tips te vinden zijn over hoe je dat zinnetje aanpakt om je personal brand te laten schitteren, vertel ik je wat je vooral niet moet doen.
7,25 tips om met je LinkedIn-kopregel de mist in te gaan
1. Laat hem gewoon leeg. LinkedIn zet er vanzelf je functie en werkgever in. Toont meteen dat je er geen hol om geeft.
2. Zet capslock aan en tik met gretige vingers ‘OPEN TO WORK’, ‘PER DIRECT BESCHIKBAAR’, ‘DRINGEND OP ZOEK NAAR EEN LEUKE UITDAGING’ of iets in die trant. Wanhoopskreten wérken.
3. Klop je functie wat op en noem jezelf gerust CEO, ook als je maar een eenmanszaak hebt. ‘Manager’ dekt ook altijd de lading, want iedereen stuurt wel iets aan – desnoods het eigen ongeluk.
4. Geef bij twijfel altijd de voorkeur aan een Engelse titel. ‘Replenisher’ klinkt pakken interessanter dan ‘vakkenvuller’ (gepikt van de geflopte ANWB-vacature van een paar jaar terug).
5. Maak er iets lolligs van. Je wilt je tenslotte onderscheiden van al die droge hannesen. Ninja, aficionado, unicorn, goochelaar … leuk!
6. Pak uit met je onderscheidingen, academische titels en andere geloofsbrieven, tot de ‘universiteit van het leven’ aan toe.
7. Wees lekker vaag om toch maar niks van je persoonlijkheid te laten doorschemeren en alle opties open te houden. Facilitator, consultant, assistent, strateeg. Breed geschoten is altijd raak.
7,25. Laat ChatGPT iets uitbraken.
Licht een tipje van de sluier
Oké, toch nog een paar tips als je de moeite hebt gedaan om tot hier te geraken. De kunst is om met weinig woorden veel te zeggen. Je hebt tenslotte maar een beperkt aantal karakters om iemands aandacht te trekken: 220 tekens om precies te zijn. Die worden bovendien niet altijd allemaal getoond. Zorg er dus voor dat de kern van je boodschap in de eerste 65 à 70 tekens van je LinkedIn-kopregel zit.
Wat die boodschap moet zijn? Dat hangt af van wat je ermee wil bereiken. Als je gevonden wil worden op specifieke zoekwoorden (je functie of sector bijvoorbeeld), verwerk die er dan zeker in.
Liever gewoon opvallen of recht voor de raap je persoonlijkheid tonen? Schrijf dan een kopregel die meteen duidelijk maakt waar je voor staat. Humor mag, tenzij je een droogstoppel bent. Maar zoek het niet té ver en vermijd clichés.
Bij twijfel hou je ’t best simpel: een heldere omschrijving van je functie, liefst zo concreet mogelijk. Denk ‘boekhouder voor kmo’s’, ‘websitebouwer voor retail’ et cetera. Ook altijd safe: vertellen wat je doet of betekent voor je doelgroep. ‘Ik help freelancers hun tijd beter beheren’, ‘Ik ondertitel je bedrijfsfilms’, enzovoort.
Inspiratie nodig? Gewoon even LinkedIn doorploegen. Niet om te kopiëren, wel om ideeën op te doen. Het fijne aan die kopregel is dat je hem zo vaak kunt veranderen als je dat zelf wilt. Alles is beter dan er helemaal niks mee te doen, want dan vult LinkedIn je functie en werkgever in, en kom je over als een luie donder.
Als je met de handen in het haar zit, kun je mij inhuren om iets te bedenken.